HISTORIEK


Wie zijn we wat doen we?

De jaarlijkse plechtigheid aan het Monument der Zeelieden dat opgericht werd aan de Tavernierkaai te Antwerpen en de plechtige zielemis voor de gesneuvelde zeelieden uit de beide wereldoorlogen én voor de overledenen uit de zeevaartmiddens, zijn traditionele september-manifestaties geworden, met reeds een meer dan 70-jarige geschiedenis.

De voorgeschiedenis van het Comité vangt aan in juli 1919, wanneer Constant Smeesters, voorzitter van de Antwerpse afdeling van de Belgische Zeevaartbond, een vergadering belegt waarop de maatregelen moesten besproken worden met het oog op het organiseren van een publieke manifestatie met pontificale mis ter ere van de gesneuvelde zeelieden van wereldoorlog I. Het is precies tijdens deze vergadering dat voor de eerste maal de idee naar voor werd gebracht om een monument op te richten ter nagedachtenis van de gevallen zeelieden.

Op 7 augustus 1919 had voormelde plechtigheid plaats en de plechtige zielemis werd in de Antwerpse kathedraal gecelebreerd door kardinaal Mercier.

Alhoewel een « voorlopig Komiteit » de nodige fondsen trachtte in te zamelen, zonder al te veel succes, werd pas in 1925 het « Komiteit van het gedenkteken aan de Zeelieden gesneuveld voor het Vaderland » opgericht, « onder de Hooge Bescherming van Zijne Majesteit Koning Albert en de Bescherming van den Heer Anseele, Minister van IJzerwegen, Zeewezen, Postwezen, Telegrafen, Telefonen en Luchtvaart ». Blijkbaar had men nu veel meer succes en kon vrij vlug overgegaan worden tot het uitschrijven van een prijskamp voor het ontwerp van het monument.

Eénentwintig projecten werden ingediend voor 13 november 1929, afsluitdatum van deze prijskamp. De jury, bestaande uit vier kunstenaars en één architect, kon op 16 november 1929 niet tot een definitieve keuze komen, gezien drie projecten ex aequo beoordeeld werden. Uiteindelijk werd dan toch het project van de kunstenaar Goossens weerhouden, na vele discussies en na een nieuwe stembeurt.

Het monument werd plechtig ingehuldigd op 28 september 1930, in aanwezigheid van vele prominenten. Tijdens deze plechtigheid maakte de heer Boen, voorzitter van het Comité, het monument over aan het stadsbestuur van Antwerpen, met bede de laatste zondag van de maand september als verjaardag van de inhuldiging van het monument op te tekenen en dan telkens een plechtigheid voor het monument te laten plaatshebben. Namens de Stad Antwerpen aanvaardde burgemeester Van Cauwelaert het monument.

De afgelegde belofte werd gehouden : elk jaar had een plechtigheid plaats telkens op de laatste zondag van de maand september, zelfs tijdens de sombere jaren van WO II, zij het dan in mineur, zonder vlagvertoon of klaroengeschal en met een zeer beperkt aantal aanwezigen zoals door de « Militär Verwaltung » werd voorgeschreven.

Het monument had tijdens de oorlogsjaren nogal wat schade opgelopen en was toe aan een flinke opknapbeurt. De nodige werken werden uitgevoerd en tevens werden de jaartallen 1940-1945 aan de achterkant van het monument ingebeiteld.

De eerste naoorlogse plechtigheid had plaats op zondag 30 september 1945, traditioneel met een plechtige eucharistieviering in de Sint Paulus kerk gevolgd door een bloemen neerlegging aan het monument der zeelieden.

In het jaar 1990 werd door het Comité besloten af te wijken van het traditioneel scenario. In plaats van de zielemis, onmiddellijk gevolgd door de plechtigheid aan het monument, op de laatste zondag van september te organiseren, werd geopteerd om de manifestatie aan het monument te voorzien op de vrijdag van het weekeinde van de Antwerpse bevrijdingsfeesten. De kerkelijke plechtigheid werd behouden op de laatste zondag van de maand september. Deze beslissing werd vooral geïnspireerd om de plechtigheid in het kader van de bevrijding van de haven van Antwerpen te integreren, waardoor dan ook meer logistieke faciliteiten ter beschikking konden worden gesteld.

Ook tijdens het jaar 1990 werden de doelstellingen van het Comité uitgebreid : in de toekomst zouden jaarlijks, naast de gesneuvelde zeelieden, ook zeevarenden herdacht worden die tijdens de uitoefening van hun beroep overleden zijn. Bovendien werd besloten verdienstelijke zeelieden van Koopvaardij en Marine te huldigen, eventueel een eenheid van de Koopvaardij of van de Marine en haar bemanning. Door deze beslissing werd de continuïteit van de september-manifestaties ongetwijfeld beter verzekerd.

Sedert zijn oprichting heeft het Comité steeds kunnen rekenen op de volle medewerking van de militaire en de burgelijke overheden voor het organiseren van de jaarlijkse manifestaties. Zonder deze steun en zonder de giften van de vele sympathisanten, de enige bron van inkomsten, zou het onmogelijk geweest zijn de jaarlijkse plechtigheid steeds met de gepaste luister te laten plaatshebben.

Bij de jaarlijkse activiteiten van het Comité werd ook naar de mate van het mogelijke de jeugd betrokken. Studenten van de Hogere Zeevaartschool en Cenflumarin, leden van het Marine Kadettencorps e.a., hebben ongetwijfeld steeds bijgedragen tot een sfeervol verloop van de plechtigheden.

Om het monument te promoten en het beter bekend te maken aan het grote publiek, meent het Comité dat zijn opdracht zich niet mag beperken tot slechts het organiseren van de jaarlijkse september-evenementen. Zo kan bijvoorbeeld de aanwezigheid van een delegatie van het Comité bij de vele vaderlandse en andere manifestaties, die jaarlijks hier in de metropool Antwerpen of elders in België plaatsgrijpen, alleen maar bijdragen tot een betere kennis van ons maritiem verleden én heden, en tot het verspreiden van de maritieme gedachte in België. Het kan ook de solidariteit en de kameraadschap bevorderen tussen de zeelieden van Marine en Koopvaardij, tussen de zeelieden van welke nationaliteit zij ook mogen zijn.

Het Inrichtend Comité « Dag der Zeelieden » stelt zich dan ook beschikbaar en rekent erop deze bescheiden bijdragen in de toekomst te mogen leveren. Het Comité doet daarom een beroep om betrokken te worden bij alle activiteiten waaraan door zijn aanwezigheid misschien een meerwaarde, hoe miniem ook, zou kunnen worden gegeven.

In het verleden heeft het Comité jarenlang geijverd, samen met anderen, om de Belgische zeelieden die tijdens WO II oorlogsdiensten ter zee hebben verricht in dienst van de geallieerden, te assimileren en op gelijke voet te stellen met de oudstrijders van de gewapende strijdkrachten. Weliswaar hebben officieren en bemanningsleden van de koopvaardij door de inspanningen van de Dienst van het Zeewezen een erkenning gekregen, namelijk door het toekennen van de titel van « zeestrijder ». De volledige assimilatie echter werd slechts bekomen in het jaar 2000, vijfenvijftig jaar na het beëindigen van de vijandelijkheden ! Voor velen werd het spijtig genoeg een postume erkenning.



Kapt.l.o. R. Smet, lic.

Voorzitter Inrichtend Comité « Dag der Zeelieden »